Afname van de Eindtoets


Materialen voor de afname

Voor de afname van de Eindtoets hebben de leerlingen de volgende materialen nodig: een opgavenboekje Basis of Niveau - een bronnenboekje (alleen op de tweede toetsdag) het bij het opgavenboekje passende antwoordblad een potlood (hardheid: HB) een gum - een liniaal - een leesboek

De rol van toetsleider

Voor de vergelijkbaarheid en de juiste interpretatie van de resultaten op de Eindtoets is het van groot belang dat alle leerlingen de Eindtoets zo veel mogelijk onder dezelfde omstandigheden maken (zie ook 'Gestandaardiseerde afname' in paragraaf 3.4). Houdt u zich daarom strikt aan de aanwijzingen voor de afname van de Eindtoets in deze handleiding. Tijdens de afname van de Eindtoets bent u in de eerste plaats toetsleider. En in die rol wilt u gegevens over de vaardigheden van uw leerlingen verzamelen en er zeker van zijn dat die gegevens berusten op zelfstandig werk. De belangrijkste functie van een toetsleider is dan ook ervoor te zorgen dat de leerlingen zelfstandig en ongestoord aan de opgaven kunnen werken.

Afnameschema

In Tabel 1 op bladzijde 18 kunt u zien volgens welk schema de taken in de boekjes worden afgenomen. De in de tabel genoemde tijden zijn richttijden. De meeste leerlingen zullen de taken binnen deze tijd kunnen make

Aanwijzingen voor de afname

Gestandaardiseerde afname Net zoals er eisen aan de inhoud van toetsen gesteld worden, zijn er ook eisen met betrekking tot het gebruik van toetsen. Bij landelijk genormeerde toetsen zoals de Eindtoets geldt een eenvoudige regel: neem de toets af volgens de verstrekte richtlijnen. Alleen indien u de toets afneemt volgens de in deze handleiding beschreven richtlijnen, krijgt u inzicht in de daadwerkelijke vaardigheid van uw leerlingen en kunt u de resultaten van uw leerlingen op de Eindtoets op een betrouwbare manier gebruiken voor de schoolkeuzeadvisering en de evaluatie van het onderwijs op uw school.
In principe adviseren wij u om alle leerlingen de toets onder dezelfde omstandigheden te laten maken en dus de voorgeschreven afname-instructies te volgen. Dit om te zorgen voor vergelijkbaarheid van de resultaten van de leerlingen. Er kunnen echter omstandigheden zijn die het noodzakelijk maken om aanpassingen te doen of hulpmiddelen toe te staan. Daarbij dient steeds nadrukkelijk de vraag gesteld te worden of de toets nog steeds meet waarvoor die bedoeld is én of de aanpassing niet leidt tot overcompensatie waardoor de leerling bevoordeeld wordt ten opzichte van andere leerlingen. Voor meer informatie leest u de flyer 'Het gebruik van hulpmiddelen en aanpassingen bij toetsen van het Cito Volgsysteem' op onze website.